Communiceren zonder oordeel
Je floept het oordeel er zo uit, zonder dat je er erg in hebt. Overkomt jou dat ook wel eens? ‘Je bent ook zo traag!’ of ‘Doe dan ook niet zo dom!’. Maar ook in ‘Als je nou eens alles op zou ruimen’ zit een oordeel verstopt. We worden gestimuleerd om een mening te hebben, maar daardoor vervallen we ook snel in een oordeel.
Het gevolg is dat we soms moeilijke gesprekken hebben en de ander zich soms ‘aangevallen’ voelt. Het is niet prettig om ‘beoordeeld’ te worden en we zijn daar ook wel een beetje gevoelig voor geworden. Als we maar íets van een oordeel in de woorden van de ander horen dan voelen we dat gelijk. Dat voelt niet prettig en we gaan in de weerstand of zetten onze hakken in het zand.
Dat gebeurt ook bij de ander als wij een zin uitspreken waar die ander een ‘oordeel’ in hoort. Jij hoeft het niet eens als oordeel bedoeld te hebben, maar als de ander het wel zo ervaart, gaat het toch nog mis. In relaties gebeurt dit vaak, maar ook tussen collega’s, vrienden en familie. In de kerk en op clubs; overal wordt geoordeeld. En we hebben niet altijd door dat wij dat ook doen.
We willen echter helemaal niet oordelen, want Jezus riep ons daar immers toe op! ‘Oordeel niet, opdat je niet geoordeeld wordt’, zei Jezus. En daar willen we allemaal graag aan voldoen. We willen graag goede relaties en we willen graag open communiceren. Tegelijk willen we wel kunnen aangeven wat wij vinden en wat wij nodig hebben. Onze eigen grenzen zijn ook belangrijk.
Hoe doe je dat? Zonder oordeel communiceren, je grenzen aangeven en vertellen wat je vindt?
Het begint met het leren benoemen van de ‘feiten’. Het is geen feit dat iemand ‘traag is’, maar wel dat iemand een uur doet over een bepaalde taak. Het is geen feit dat iemand ‘dom is’, maar wel dat iemand iets niet weet. Het is een feit dat iemand zijn schoenen en jas bij binnenkomst niet op de afgesproken plek heeft gelegd, maar het is geen feit dat iemand nooit opruimt. Iemand komt niet ‘altijd’ te laat, maar is nu al drie keer te laat gekomen. Denk dus eerst goed na over wat het werkelijke feit is waarover jij iets wil zeggen. Wat heeft iemand feitelijk gezegd, gedaan of juist niet gezegd en gedaan?
Als je de feiten helder hebt, is het belangrijk te onderzoeken hoe jij je eigenlijk voelt. Als iemand een uur over zijn taak doet en je wil daar iets van zeggen, voel dan even hoe jij je voelt nu die ander zo lang over deze taak heeft gedaan. Of voel wat jij voelt als iemand het antwoord niet weet, zijn spullen niet opruimt of altijd te laat is. En als jij weet wat je voelt, dan kun je er ook achter komen wat je op dat moment eígenlijk heel erg nodig hebt.
Als je zo, vanuit het feit, jouw gevoel en wat jij nodig hebt, gaat communiceren zal je merken dat het vaker beter overkomt bij de ander. Het kan zijn dat je dan zegt: ‘Je bent nu drie keer te laat gekomen op onze afspraak, ik merk dat het bij mij wat irritatie geeft en ik wil eígenlijk heel graag serieus genomen worden. Wil je de volgende keer op tijd komen?’ Of je zegt: ‘Je hebt een uur gedaan over deze taak, ik ben eigenlijk verbaasd merk ik en ik vind het belangrijk om het af te kunnen ronden, wat heb je nodig om de taak nu af te maken?’ Maar ook: ‘Als jij elke dag belt om te vragen hoe het gaat, voel ik me ongemakkelijk en ik heb wat ruimte nodig.’
Je houdt het bij de feiten en je houdt het bij jezelf. Dat helpt. Gaat het dan altijd goed? Nee, helaas niet. Het is ook afhankelijk van de ontvanger. Als wat jij zegt iets triggert bij de ander of de ander geraakt wordt in oude pijn, dan kan het nog steeds ‘verkeerd overkomen’. Dan zul je nog altijd de ruimte moeten zoeken om met elkaar te spreken over wat je dan bedoelde. Toch is het een goed begin om bij de feiten en bij jezelf te blijven en daar vandaan te communiceren met elkaar.
Wil jij leren welke stappen je kunt zetten om mensen weer opnieuw in verbinding te brengen met zichzelf en de ander?
Heb jij hart voor relatiecoaching?
Ben je benieuwd naar de Master Training ‘Relatie en Communicatie’?
Klik op de knop hieronder.